Vernieuwde proeffabriek maakt NIZO belangrijke schakel in de eiwittransitie

Dierlijke eiwitten uit vlees, zuivel of eieren vervangen door plantaardige eiwitten: dat is de kern van de ‘eiwittransitie’. Met EFRO-subsidie maakte onderzoeksinstituut NIZO uit Ede zijn proeffabriek geschikt voor het opschalen, testen en doorontwikkelen van plantaardige eiwitproducten.

 Hiermee krijgen innovatieve mkb’s meer kansen om hun ideeën van het lab naar de supermarkt te brengen en zo de eiwittransitie te versnellen.

“NIZO werd oorspronkelijk opgericht voor en door Nederlandse zuivelbedrijven. Inmiddels ondersteunen we de hele voedingsindustrie, maar onze processen en machines waren grotendeels gericht op zuivel. Daardoor konden we klanten onvoldoende ondersteunen bij het testen en doorontwikkelen van producten uit plantaardige eiwitten.” Aldus Nel Zoon, wetenschappelijk directeur van dit zelfstandige onderzoeksinstituut uit Ede. 
“Er is een groot verschil tussen dierlijke en plantaardige eiwitten”, zegt Fred van de Velde, teamleider van de expertisegroep eiwit. “Zuiveleiwit is van nature opgelost in een vloeistof terwijl plantaardig eiwit droog is en meestal opgesloten zit in een harde cel. Dat vraagt om een ander proces in onze proeffabriek en ook de aanschaf van andere apparatuur.“

Nel Zoon

Blauwdruk

De vernieuwing van de proeffabriek was het hoofddoel van het SPRINT-project waarvoor het onderzoeksinstituut EFRO-subsidie kreeg. De blauwdruk hiervoor ontstond in nauw overleg met twee adviescommissies. Allereerst de gebruikerscommissie met vertegenwoordigers van bedrijven die behoefte hebben aan test- en opschalingsfaciliteiten voor plantaardige eiwitproducten. Daarnaast had de stakeholdersgroep een belangrijke stem. Hierin zaten belangrijke netwerkorganisaties zoals StartLife, FoodValley NL en Oost-NL vanwege hun marktkennis.

Samen met de commissies koos NIZO voor apparatuur die voor veel toepassingen geschikt is, zegt Van de Velde. “Dat is allereerst apparatuur om eiwit te winnen uit bonen, granen en algen, maar ook uit reststoffen van de voedingsproductie, zoals bierbostel. Hiervoor zijn machines nodig om de celwanden van bijvoorbeeld algen kapot te maken. Of om de celwanden en het zetmeel in bonen en erwten te scheiden van het eiwit. Het produceren van eiwitten door fermentatie is eveneens veelbelovend, dus ook daarvoor hebben we apparatuur aangeschaft.”

Interesse kweken

Naast randapparatuur zoals pompen en een reinigingssysteem, kocht het NIZO ook apparaten om ‘echte’ producten van plantaardige eiwitten te maken. Van de Velde: “Meestal komen bedrijven met een ingrediënt naar NIZO. Om dit te verkopen, is het belangrijk dat ze het ingrediënt op een goede manier kunnen produceren en bovendien weten voor welke toepassing het geschikt is. Het ene eiwit kun je goed schuimen, van een ander kun je mooie sausjes maken en een derde geeft de structuur van vlees.”
Door het ingrediënt uitgebreid te testen, kan NIZO die eigenschappen goed in kaart brengen. “Met onze nieuwe apparatuur kunnen we er bovendien producten van maken, die geschikt zijn om ze aan potentiële kopers te presenteren. Vaak zijn dat de grote voedingsmiddelenproducenten zoals Unilever of de Kraft. Zij maken van het ingrediënt een ‘echt’ product van dat verkocht wordt in supermarkten.”

Fred van de Velde

Versnelling eiwittransitie

Het SPRINT-project was allereerst belangrijk voor alle bedrijven die zich met de eiwittransitie bezighouden, vindt Zoon. “Zij hebben nu een plek waar ze hun ideeën kunnen testen en doorontwikkelen. Door de subsidie hoeven we niet alle kosten voor de nieuwe apparatuur door te berekenen. Hierdoor kunnen ook kleinere of startende bedrijven gebruik maken van onze proeffabriek. Ook grotere bedrijven kloppen bij NIZO aan. Nu werken we onder meer aan projecten over het verwerken van eiwitten uit veldbonen en uit reststoffen van de bierproductie, zoals bierbostel en biergist.”

Daarnaast was het project belangrijk voor de regio Oost-Nederland, zegt Van de Velde. “Het NIZO is van oudsher de partij die helpt om de kennis van Wageningen University naar de markt te brengen. Met onze vernieuwde proeffabriek kunnen we die rol nog beter vervullen.”

NIZO op de kaart

Tenslotte heeft het project NIZO weer beter op de kaart gezet, vindt Zoon: “Het merendeel van het contractonderzoek is geheim. Daar mogen we niet over communiceren. Binnen SPRINT hebben we samengewerkt met alle belangrijke bedrijven en stakeholders. Dat heeft onze bekendheid aanmerkelijk vergroot. Bovendien werken we nu ook mee aan openbare programma’s, zoals Fascinating dat gericht is op de teelt van eiwitrijke gewassen in Nederland. Die belangstelling die we daarmee krijgen is nuttig en nodig. Wanneer je een vernieuwde proeffabriek met prachtige apparatuur hebt, wil je ook dat bedrijven er gebruik van maken.”