“Hoeveel brandhaarden zijn er? En hoeveel gewonden? Zijn er gevaarlijke stoffen vrijgekomen? Hoe eerder we bij een brand of groot ongeluk over deze informatie beschikken, hoe beter we kunnen inschatten welk materieel en welke mensen nodig zijn. Drones zijn daarbij een waardevol hulpmiddel”, zegt dronespecialist en projectleider Martijn Zagwijn van de Brandweer Twente. “Het enige nadeel is dat we ze pas ter plekke kunnen inzetten. Er is veel winst te boeken als we die informatie eerder krijgen. Dat kan met drones die na de melding automatisch naar de plaats van het incident of brand vliegen en meteen informatie doorsturen.”
Het testen van die automatische drones is een belangrijk doel van het proeftuinproject UIVER. Daarin werken onder meer de Brandweer Twente, droneontwikkelaars, ICT-bedrijven, de Universiteit Twente en Hogeschool Saxion samen. Penvoerder is de Veiligheidsregio Twente, een samenwerkingsverband van gemeentes en hulpdiensten zoals politie, brandweer en ziekenhuizen.
Slimme onderdelen samenbrengen
“Technisch zijn de drones voldoende doorontwikkeld”, zegt David Bornebroek, directeur van de Twente Safety Campus, het veiligheidscentrum van de Veiligheidsregio Twente. “Ook zijn er genoeg slimme onderdelen zoals (warmte)camera’s, microfoons en sensoren. Het is nu zaak om ze samen te voegen en aan te passen zodat ze optimaal geschikt zijn voor speciale situaties. Als onderdeel van UIVER ontwikkelen we een testlocatie op de Twente Safety Campus. Daar testen we de drones in vier situaties: een groot verkeersongeval, de bewaking van een bedrijventerrein, een grote brand en de opsporing van drugslabs. ”
Sinds de start in 2019 hebben we vooral delen getest, zegt Bornebroek. “Gaat de drone na de melding automatisch vanuit zijn laadstation naar de plaats van de brand? Kan de drone via een internetverbinding meteen beelden doorgeven aan de meldkamer? Hoe is de kwaliteit van die beelden? Werken de sensoren die gevaarlijke stoffen kunnen ontdekken? In oktober 2021 brengen we alle onderdelen samen in een grootschalige test van een inbraak op een bedrijventerrein.”
Ontheffing
Hoewel de testen goed lopen, zal het nog even duren voordat er automatische drones over Nederland vliegen. Nu mag dat nog niet, zegt Bornebroek. “Speciaal voor UIVER hebben we dan ook een ontheffing gekregen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.”
Die beperking was geen reden om het project niet te starten. Integendeel: economische studies noemen drones als een van de belangrijkste groeimarkten van de komende jaren. Ze voorspellen dat er in 2050 circa 750.000 drones over Europa vliegen. Oost-Nederland profileert zich als een centrum van de drone-ontwikkeling. Het UIVER-project draagt daaraan bij. Bornebroek: “Met de EFRO-subsidie kunnen we het project gedegen aanpakken en de samenwerking tussen gebruikers, drone-producenten en de kennisinstellingen verstevigen.”
Veel belangstelling
De belangstelling voor automatisch drones is groot. Steeds meer organisaties, zoals de waterschappen of beveiligingsbedrijven, ontdekken dat ze deze drones kunnen inzetten voor bewaking en inspectie. De subsidieaanvraag voor de volgende stap - de marktintroductie van automatische drones – is in voorbereiding.
